Dat is één van de afbeeldingen op de foto’s van het boek. Dit boek gaat immers over drollen, pootafdrukken en andere sporen die zoogdieren en vogels achterlaten. Hier en daar worden sporen van soorten zoals de mier of schildpad vermeld.

Er wordt meteen met de deur in huis gevallen. Het boek opent met de pootafdrukken van onze zoogdieren, waarbij ook het volledige loopspoor is opgenomen. Ook geweien krijgen een plaats. Van de vogels blijven de pootafdrukken beperkt tot de verschillende groepen. Zo kan je in het veld tenminste zien of je met een watervogel, een roofvogel of zangvogel te doen hebt. Bij uitwerpselen hetzelfde verhaal: blijkbaar is het gemakkelijker om zoogdieren op naam te brengen dan vogels. De selectie drollen is dan ook uitgebreider bij de eerste soort.

Andere sporen zijn knaag- en krabsporen, holletjes en nesten, veren, braakballen en schedelresten. Kortom, tot op het bot! Voor de veren schaf je echter beter ‘Vogelsporen’ (Roy Brown, Tirion 2003) aan.

In het tweede deel van het boek worden de Europese zoogdieren beschreven.

Gaea Rysselaere

Dier & spoor (Lars-Hendrik Olsen ; ill. Peter Nielsen)
Zeist: KNNV, 2012
ISBN 978 90 5011 4257
27,95 euro

Er is een inkijkexemplaar van dit boek aanwezig in ons documentatiecentrum