Hoe Natuurpunt eigenlijk de overheid financiert

Gekaderd in een lange maatschappelijke traditie Vlaanderen heeft een sterke traditie van een overheid die zij aan zij met georganiseerde burgers taken van openbaar nut opneemt. De meeste van onze ziekenhuizen, scholen, jeugdinfrastructuur, openbare bibliotheken enzovoort zijn ooit opgericht vanuit maatschappelijk gedreven burgerinitiatieven, omdat de nood hoog was en de overheid in gebreke bleef.

Zo ontstond bijvoorbeeld de ‘ziekenkas’ uit een solidair samengaan van fabrieksarbeiders, die elke maand een stukje van hun loon opzij zetten voor collega’s die zwaar ziek werden (bijvoorbeeld vanwege een arbeidsongeval). Vandaar dat we nu nog steeds christelijke, socialistische, neutrale en liberale mutualiteiten hebben. Pas veel later is de overheid ‘uit zijn pijp gekomen’. Ondertussen financiert die volledig de diensten die onze mutualiteiten aan de bevolking leveren, met regels en controle die door dezelfde overheid worden opgelegd.
Het is ook niet toevallig dat ongeveer 90% van de Vlaamse scholieren tot op vandaag naar een katholieke school gaat. De gemeenschapsscholen die door de Vlaamse overheid worden gerund, zijn pas veel later opgericht. De overheid heeft altijd opnieuw de neiging maatschappelijke evoluties mettertijd en pas met veel vertraging ‘over te nemen’, eerder dan er aan de basis van te liggen.

* De eerste natuurgebieden *

Hetzelfde patroon geldt voor de natuur in Vlaanderen. De beleidsmatige fundamenten van de toen nog Belgische natuurbescherming werden al in 1911 gelegd met professor Massarts uitgave ‘Pour la Protection de la Nature en Belgique’. De eerste twee ‘staatsnatuurreservaten’ (de Hoge Venen en het Westhoekreservaat in De Panne) zijn desondanks pas in 1957 ingesteld. De Wielewaal daarentegen (voorloper van Natuurpunt, opgericht in de jaren ’30) had reeds heel wat eerder zijn eerste reservaat verworven, met eigen financiële middelen. Idem die andere voorloper van Natuurpunt, Natuurreservaten vzw (opgericht als de Belgische Natuur- en Vogelreservaten in 1951). Na een eenzame tocht door de woestijn bekwamen beide verenigingen pas in de jaren ’80 hun eerste subsidie voor de verdere aankoop en het beheer van natuurreservaten. Dat was meer dan een decennium na het Europese Jaar van het Leefmilieu en vele decennia nadat dit netwerk van natuurreservaten werd opgestart.

* Mocht er geld mee te verdienen zijn, iedereen was natuurbeheerder *

Financiering door leden

Er is een groot verschil tussen de natuursector en andere taken van openbaar nut die de overheid (groten)deels uitbesteedt: in de natuursector financiert de overheid maar een klein deel van de kosten. Anders dus dan bij onze scholen, werkloosheidskassen, zwembaden en ziekenfondsen, hoewel Natuurpunt evenzeer een breed gedragen maatschappelijke behoefte van openbaar nut vervult als grootste ledenvereniging van Vlaanderen, met veel meer leden overigens dan alle politieke partijen in Vlaanderen samen. Toch loopt de overheidsinbreng hier eigenlijk nog altijd achter.

Anders dan onze scholen, jeugdverenigingen en bibliotheken, financieren de leden en sympathisanten van Natuurpunt substantieel mee aan onze natuurgebieden. Iedereen, lid of geen lid van Natuurpunt, kan gratis genieten van die natuurgebieden, die we broodnodig hebben. Niet alleen om ons te behoeden voor een biodiversiteitscrisis, maar evenzeer om de Vlaamse bevolking te vrijwaren van overstromingen en droogte, ruimte te geven voor recreatie en rust enzovoort.

Indertijd, bij de instelling van de eerste subsidies voor uitbouw en beheer van natuurgebieden, kregen vier organisaties het label van ‘erkende terreinbeherende vereniging’: De Wielewaal, Natuurreservaten, vzw Durme en Stichting Limburgs Landschap. Dat label was gekoppeld aan een stevige verankering in hun vzw-statuten, overheidscontroles op het beheer van hun natuurgebieden, de verplichting tot openstelling, de onmogelijkheid om hun (deels) met subsidies aangekochte gronden ooit nog te verkopen, enzovoort.

Dat leverde toen al zure oprispingen op bij onze tegenstanders, die – net als nu – vonden dat Natuurpunt en haar natuurreservaten te groot werden, het zogezegde Natuurpuntmonopolie. Een hele poos geleden al is daarom de onderliggende wetgeving hervormd, wat het voor anderen zoals landgoedeigenaren en particulieren veel gemakkelijker maakt om zelf ook natuurbeheerder te worden. Vandaag staat het hele systeem open voor iedereen, ook de bijhorende subsidies.

De berg en de muis

Maar die berg heeft een muis gebaard. Van het echte reservatenstatuut maken nog steeds enkel de voormalige, erkende terreinbeherende verenigingen gebruik (er zijn op vandaag geloof ik twee kleine uitzonderingen die de regel bevestigen). En dat is ook logisch: welke particulier gaat met zijn eigen geld gronden in een systeem steken als dit hem zowel bij aankoop als bij het daaropvolgende natuurbeheer enkel geld kost, zelfs al staan hier aanvankelijk aankoopsubsidies tegenover voor een deel van de aankoopsom? Zeker als daar een hoop resultaatsverplichtingen bijkomen, veel papierwerk en controles van de overheid, verplichte openstelling voor het publiek van dit privédomein, als dit de grondwaarde doet kelderen en als men nooit meer in staat is het domein economisch te valoriseren en als je weet dat de beheersubsidies ook allesbehalve de kosten dekken.

Toch wordt er vanuit bepaalde politieke hoek (ons als Meetjeslanders niet geheel onbekend) de laatste maanden in de pers de ene na de andere aanval gelanceerd op Natuurpunt. Zo zou Natuurpunt te groot zijn geworden. Wel, ik nodig iedereen uit om zich de vraag te stellen of de 2% van Vlaanderen die door Natuurpunt als natuurreservaat wordt beschermd en voor het publiek is opengesteld eerder te veel dan wel te weinig is. Persoonlijk ben ik nogal gerust in het resultaat van zo’n enquête. Dat geen enkele vereniging in Vlaanderen meer leden telt dan Natuurpunt, sterkt me in die overtuiging.

Aanval op maatschappelijk engagement

Zulke aanvallen zijn een blamage voor de tienduizenden mensen die zich geheel vrijwillig en onbetaald inzetten voor hun Natuurpuntafdeling en hun natuurgebied in de buurt. We zijn met 40.000, als ik de kranten mag geloven. 40.000 mensen die wandelingen gidsen, fondsenwervingsactiviteiten op poten zetten, natuurbeheerwerken doen enzovoort. Zonder uitzondering doen al die mensen dit uit maatschappelijke betrokkenheid en idealisme. Samen doen ze aan gemeenschapsvorming met hun buren, boeren en dorpsgenoten. Ze brengen mensen bijeen, gaan in tegen de dreigende verzuring in Vlaanderen en leveren op die manier onbetaald een grote dienst aan de hele Vlaamse bevolking. De politiek heeft altijd de mond vol van het warme Vlaanderen waar mensen elkaar nabij zijn en gemeenschap vormen. Maar waar mensen dat voluit doen, vindt dezelfde politiek dit tezelfdertijd blijkbaar soms zo bedreigend, dat sommigen het nodig vinden dit soort burgerinitiatieven verdacht te maken. Zo wordt de laatste maanden stevig op Natuurpunt ingehakt.

Doorlichting sterkt onze vereniging

Overigens, Natuurpunt is de afgelopen maanden grondig doorgelicht door de Inspectie van Financiën van de Vlaamse overheid. Terecht. Wie deels met publieke middelen werkt (dus ons aller belastingsgeld) mag en moet grondig gecontroleerd worden. De uitkomst was vanzelfsprekend zeer positief. Natuurpunt wendt als een goede huisvader de subsidies aan waarvoor ze zijn toegekend. Helaas komt dit soort positieve zaken net iets minder in de krant dan op sensatie bewuste roepers die Natuurpunt bewust zoeken om zwart te maken…

* Betrokkenheid en vrijwilligheid als sleutel tot het succes van Natuurpunt *

Aankopen op basis van vrijwilligheid

Natuurpunt, dat zijn plaatselijke mensen die goed ingebed zijn in de lokale gemeenschap. De boeren, recreanten, horecazaken, B&B’s, jeugdverenigingen en andere actoren waarmee wij samenwerken zijn geen nummers in een computer. Het zijn buren, vrienden, klasgenoten.
Elke vierkante meter die Natuurpunt aan zijn natuurgebieden toevoegt, gaat over in vrijwilligheid, via een onderling akkoord waarmee niet alleen Natuurpunt tevreden is, maar evengoed de verkopers en gebruikers. De verkoper mag overigens evengoed beslissen om te verkopen aan een ander. Die vrijwilligheid lijkt ons persoonlijk een veel sterkere aanpak dan dwingende gewestplanherzieningen bijvoorbeeld, waarbij je van de ene dag op de andere van bovenaf als eigenaar of gebruiker met tal van beperkingen wordt geconfronteerd. Bovendien ziet de eigenaar zijn grond plots aanzienlijk in waarde dalen.

Beheerovereenkomsten

We kiezen ook zeer bewust voor een sterk model van samenwerking en anderen ook iets gunnen. Net als de Vlaamse overheid zelf in haar natuurgebieden, werkt Natuurpunt voor het beheer van graslanden samen met landbouwers. Zij mogen de grond gratis gebruiken, weliswaar volgens onze beheermodaliteiten: nulbemesting, geen pesticiden, juiste hooitijdstip enzovoort. Intussen wordt toch al zowat 15.000 hectare natuur in Vlaanderen op die manier beheerd. Het spreekt vanzelf dat Natuurpunt evengoed een systeem zou kunnen opzetten om voor het gebruik van die gronden te laten betalen. Maar we kiezen er heel bewust voor om dit niet te doen, vanuit een authentieke, maatschappelijke insteek. We zien onze natuurgebieden graag ten goede komen aan de hele maatschappij, ook aan de landbouwers die in onze gebieden actief zijn. Het spreekt vanzelf dat we hiermee veel geld laten liggen…

Natuurpunt als maatwerkbedrijf

Natuurpunt legt nog andere maatschappelijke accenten. De meeste van onze terreinarbeiders stellen we tewerk in een maatwerkbedrijf, de opvolger van de sociale werkplaatsen. Die manier van werken zit overigens diep verankerd in de beginselverklaringen van Natuurpunt, naast de meer vanzelfsprekende speerpunten zoals biodiversiteit en landschapsbehoud. Natuurpunt investeert hiermee in mensen die ofwel het hoge ritme van de hedendaagse maatschappij niet kunnen volgen, dan wel ‘een haperingske’ in hun leven hebben gehad, zoals het ons allemaal kan overkomen.

* En dan de geldkwesties *

In alle persberichten van de laatste maanden gaat het keer op keer over hoeveel geld er wel naar Natuurpunt vloeit. Laat ons toe dit even te duiden met een kleine vergelijking.
Vlaanderen telt ongeveer 300 gemeentes en 1.100 sporthallen. Bijna vier per gemeente dus. Als we ervan uitgaan dat die de laatste 40 jaar zijn gebouwd, dan mag je rekenen op ongeveer 30 sporthallen per jaar. Daarnaast financierde de overheid ook 12.000 openlucht sportvelden, 250 overdekte zwembaden, tellen we 400 maneges en ga zo maar door. Natuurlijk is sport belangrijk. Maar natuur evengoed. De prijs van ongeveer één sporthal per provincie per jaar is wat Natuurpunt nodig heeft om de grond die jaarlijks te koop komt in de uitbreidingszones van haar natuurgebieden redelijkerwijs te verwerven. Een zesde dus van wat we in sporthallen alleen al investeren in Vlaanderen. Nog zonder de rest van onze sportinfrastructuur in rekening te brengen.

Dit alles zouden we kunnen realiseren zonder de grondmarkt te verstoren. Besef dat zelfs dan binnen die gebieden nog steeds veel niet aan Natuurpunt zal worden verkocht. Vrijwilligheid is en blijft in de Natuurpuntaanpak een cruciaal element.

Veel subsidies?

Het geld dat Natuurpunt jaarlijks krijgt onder de vorm van subsidies, dat is veel geld. In elk geval mocht het in mijn persoonlijke portemonnee zitten. Maar dat bedrag verdwijnt in het niets als je het vergelijkt met wat er in Vlaanderen naar sport, onderwijs of cultuur vloeit. Bovendien is het ruim onvoldoende om de minimaal noodzakelijke vooruitgang te kunnen boeken die nodig is. Het moet gezegd dat deze Vlaamse regering een inhaalbeweging heeft ingezet tegenover het voorgaande tijdperk. Maar we staan nog veraf van wat redelijkerwijze zou mogen, kunnen en moeten.

Natuurdoelen te halen

Ja, ook een beetje moeten dus. Er zijn niet alleen de Europese natuurdoelen, maar ook Vlaamse die moeten gehaald worden. De 4.000 hectare extra bos waar deze Vlaamse regering haar schouders onder heeft gezet, met minister Demir op kop, is slechts de eerste fase in een taakstelling van 10.000 hectare extra bos dat al meer dan 20 jaar op de planning staat. Overigens, elke stap in de juiste richting op vrijwillige basis via de Natuurpuntaanpak is latere miserie gespaard. Denk maar aan de ‘stikstofshit’ waarmee we nu geconfronteerd worden. Had men de afgelopen 30 jaar benut om op een positieve manier te investeren in de uitbouw van de Vlaamse natuur in plaats van de kop in het zand te steken en dan op het laatste nippertje in een kramp te schieten toen de deadline wel héél dichtbij kwam, was veel landbouwbedrijven de huidige miserie bespaard gebleven. En dan zouden we niet allemaal – onzichtbaar, ik weet het wel – een deel van onze normale levensverwachting moeten inleveren vanwege de vele negatieve gezondheidseffecten die ermee gepaard gaan. Dan bleef de maatschappij ook gespaard van deze volstrekt nodeloze polarisatie tussen landbouw en natuur, en van veel kosten natuurlijk.

Ook dat is een kleine, cijfermatige vergelijking waard. De kost van de eerste fase van de stikstofmaatregelen wordt (in eerste fase!) geraamd op drie tot vier miljard euro, met behoorlijk wat overheidsdwang in plaats van onze gebruikelijke vrijwilligheid. Die miljarden, daar betaalt elke belastingsbetaler in Vlaanderen aan mee. Dat staat mijlenver af van de paar tientallen miljoenen euro die Natuurpunt van de overheid krijgt om op een positieve manier en op basis van vrijwilligheid naar oplossingen toe te werken.

Juist gekaderde cijfers

Tenslotte nog dit: in de pers gaat het vaak over de 90% subsidies die Natuurpunt krijgt voor haar grondaankopen. Interne berekeningen bij Natuurpunt hebben aangetoond dat gemiddeld slechts een 62% van de aankoopkost van onze gronden uit Vlaamse subsidies komt. Het subsidiepercentage van 90% bestaat, maar geldt in praktijk slechts in een zeer beperkt aantal uitzonderlijke gevallen (met name in een zeer klein percentage heel goedkope gronden). Op alle andere terreinverwerving wordt aanzienlijk meer bijgepast door de vereniging zelf vanuit fondsenwervingsacties, giften van onze donateurs enzovoort. Dit geldt in toenemende mate als de grondprijs per vierkante meter hoger is, om Natuurpunt te stimuleren zo goedkoop mogelijk te kopen en met het beschikbare budget zo efficiënt mogelijk om te springen. Zeker voor de percelen die we kopen in functie van bosuitbreiding (dat zijn doorgaans de duurdere gronden) is er een flink probleem.

Financiële last voor Natuurpuntafdelingen

Wat meer is, bij elke grondaankoop die de vereniging doet, wordt intern goed afgewogen of de plaatselijke afdeling in staat zal blijken binnen een redelijke termijn het niet gesubsidieerde gedeelte zelf op te brengen (dit is de zogenaamde restfinanciering). Heel veel mogelijke reservaatsuitbreidingen sneuvelen hierop. Want zelfs met gedeeltelijke subsidies blijft de financiële last voor onze vrijwilligers in de plaatselijke afdelingen enorm. In dat verband zijn we dan ook erg blij met de aanvullende steun bovenop de subsidies van de Vlaamse overheid, die we mogen ontvangen van de provincie Oost-Vlaanderen plus de gemeentes Assenede en Lievegem, om het nu even te hebben over ons Meetjeslands werkingsgebied.

Natuurpunt helpt Vlaamse en Europese doelen te halen

In elk geval financiert Natuurpunt in aanzienlijke mate mee aan de natuurdoelen die de Vlaamse en Europese overheid zichzelf als doel heeft gesteld. Het zal onze criticasters ongetwijfeld plezier doen, maar de Vlaamse subsidiebudgetten voor aankopen zijn al even op. Onze ‘gewone’ reservaatsuitbreidingen liggen al sinds vorige zomer merendeels en sinds begin dit jaar zelfs helemaal stil. Ook de bosuitbreidingsdossiers zijn begin dit jaar helemaal platgevallen. Zo zijn veel mooie aankoopmogelijkheden de afgelopen maanden onherroepelijk verloren gegaan. We blijven hopen dat dit eerstdaags opgelost raakt. Vlaanderen heeft hoogwaardige natuur te weinig, niet te veel!

Wim Slabbaert, met dank aan Willem Laermans en Gaea Rysselaere