Onkruidboek

Een boek kan je dit werk amper noemen. Het is eerder een brochure in luxe-editie. Het is vooral gericht naar professionals die met tuinaanleg en -onderhoud bezig zijn, en naar gemeentelijke groendiensten.

Je kan discussiëren over de lijst ‘ongewenste’ kruiden in pas aangelegde bloemperken, die vooraan in het boek staat. Soorten als kleine veldkers en herderstasje zijn geen woekeraars die problematisch zijn en klaversoorten zijn absoluut noodzakelijk voor insecten. Het is een beetje cynisch dat men verderop spreekt van een (aangelegde )’wilde plantenborder’ terwijl de echt wilde soorten die er van nature komen, ongewenst zijn. Het zou beter zijn om op zoveel mogelijk plaatsen de autochtone en inheemse zaadbank in de bodem aan te spreken of te herstellen, zeker in bermen en op andere openbare domeinen. Ook in natuurgebieden zien we dat een doorgedreven, jarenlang maaibeheer vanzelf opnieuw wilde plantensoorten oplevert. In aangelegde borders zou men de combinatie van beide kunnen nemen: kijken welke wilde planten niet dominant worden en deze laten staan tussen de gezaaide soorten.

In dit werkje is veel aandacht voor maaien en onderhoud en wanneer dat best gebeurt. Terwijl het meteen afvoeren van het maaisel essentieel is, wordt dit slechts in één zinnetje verteld. Mij lijkt het belangrijk om de redenen aan te halen waarom maaisel moet weggehaald worden. Want in ons land zien we dat (vooral in bermen) in veel gevallen wel wordt gemaaid, maar dat het maaisel blijft liggen.

Afsluitend staan de meest courante ‘on’kruiden getekend. Interessant voor wieders is dat ook de kiemvorm getekend staat: zo herken je het kleinste (on)kruidje in je perk en kan je alsnog beslissen om het al dan niet uit te trekken…

Gaea Rysselaere

Het onkruidboek. Natuurlijk onderhoud in de praktijk (Reinhard Witt, Katrin Kaltofen)
KNNV, 2022
72 p.
ISBN 978 90 5011 846 0