Waar en wanneer vind je paddenstoelen in het Meetjesland?

Het antwoord op deze vraag is eigenlijk simpel: in principe vind je paddenstoelen overal en altijd. Maar dan toch vooral tijdens de herfst. In dit artikel zetten we je op weg. Staan hier en daar wat ingewikkelde woorden in de tekst? Lees dan eerst dit artikel.

Waar?

De grootste diversiteit tref je aan in bossen, en dit om verschillende redenen. Niet in het minst door de aanwezigheid van nogal wat dood hout in diverse hoedanigheden: staand, liggend, van dikke stammen tot dunne twijgen, in strooisel of als stervende bomen. De afbraak van al dit afgestorven materiaal nemen de talloze saprotrofe en parasitaire zwammen voor hun rekening.

Een aantal van onze boomsoorten leeft in symbiose met een uitgebreid assortiment aan zwammen, met name de mycorrhiza-vormers. Denk maar aan beuk, eik (ook Amerikaanse!), berk, hazelaar, els, wilg, populier, den, spar, lariks,… Soms gaat het om een exclusieve samenwerking tussen boom en zwam, maar een boom kan rekenen op verschillende soorten symbionten. Alleen laten niet alle soorten laten zich (jaarlijks) zien. Je vindt ze vaak meer langs dreven dan in het bos omdat daar minder strooisel blijft liggen. Hoe gevarieerder een bos, hoe rijker zijn mycoflora.

Hotspots in onze regio zijn de grotere bosoppervlaktes op zandige bodems: Het Leen, de Drongengoedbossen (buitenbeentje door de ondergrondse kleilaag), de Lembeekse Bossen met daarnaast het Bellebargiebos en het Hooggoed. De alluviale gronden van de Vinderhoutse Bossen en het Park van Poeke hebben soms een iets afwijkend aanbod. Ook andere gebieden zijn de moeite waard (zie kaartje).

Papegaaizwammetje, een zeldzame wasplaat

Ga ook eens gluren bij de buren, want volgende gebieden zijn zeker aan te bevelen: Ryckevelde (Sijsele / Brugge), Bulskampveld (Beernem), Vorte Bossen en Parochiebossen (Kruiskerke), Vagevuurbossen, Blauwhuisbossen en aansluitend dreven rond Gulke Putten (Wingene), Puyenbroeck (Wachtebeke) en Braakman Zuid (Nederland).

Het spreekt vanzelf dat je bij een bosbezoek de regels respecteert in verband met toegankelijkheid, op de paden blijft, niets plukt of verstoort.

Bossen zijn uiteraard niet de enige plekken om paddenstoelen te spotten. In dreven met oude bomen en in parken kan je ook wel je myco-hartje ophalen. Zelfs graslanden kennen hun eigen mycoflora; opvallende voorbeelden zijn de reuzenbovisten die als hagelwitte voetballen op bemeste weiden te vinden zijn.

Een tip: besteed eens aparte aandacht aan schrale plekjes. Wie weet ontdek je pareltjes die typisch zijn voor schraal grasland. In de bermen van Het Leen, het Maldegemveld en langs het kanaal Gent-Brugge bijvoorbeeld zijn wasplaten te vinden, de ‘orchideeën’ onder de paddenstoelen.

Wanneer?

Paddenstoelen houden van vochtigheid en over het algemeen van milde temperaturen. Ze schuwen langdurige droogte, vrieskou en al te uitbundige zon. Geen wonder dat het topseizoen in de herfst valt, als de bodem nog voldoende warmte vasthoudt en vochtiger blijft na regen, doordat bomen dan in hun rustperiode komen en minder water opnemen.

Dit neemt niet weg dat er een aantal typische voorjaarssoorten zijn als voorjaarspronkridder of vroege leemhoed. Andere soorten als gewone zwavelkop, bleke franjehoed of gewone hertenzwam zijn te vinden van het voorjaar tot de late herfst. Een regenachtige zomer kan garant staan voor de eerste symbionten. Een aantal boletensoorten zijn vaak de eerste op het appel, samen met grote stinkzwam en gele aardappelbovist. Naargelang het seizoen vordert en bij gunstige weersomstandigheden volgen algauw de eerste amanieten en russula’s. Onder de saprofyten vind je dan ook geleidelijk aan een groter soortenassortiment. Mycena’s, dat zijn kleinere, (meestal) klokvormige paddenstoeltjes, steken na natte zomerdagen ook al wel de kop op.

Er zijn er uiteraard nog wel meer te spotten, in afwachting dat het vanaf september/oktober echt explodeert in de zwammenwereld. Elke soort kent daarbij haar eigen optimum. Zo verschijnt de groene knolamaniet vóór zijn neefje de vliegenzwam. Liefhebbers van melkzwammen moeten in september op pad en voor ridderzwammen en gordijnzwammen is oktober de aangewezen maand. Wasplaten, de nevelzwam en honingzwammen sluiten het seizoen af . Dit zijn uiteraard maar enkele voorbeelden van de enorme herfstrijkdom aan paddenstoelen. Zelfs een onvolledige opsomming zou ons te ver leiden.

Een zeer uitgebreide groep van taaie rakkers tref het jaar door aan: gewone oesterzwam, elfenbankjes, trilzwammen, korstzwammen, ga zo maar door… en uiteraard de meerjarige soorten als tonderzwammen.

Welke paddenstoel is dit?

Vlaanderen alleen al telt meer dan 4.000 soorten. Het is dus utopisch om die allemaal te leren kennen. Bovendien is zowat driekwart van de soorten zeldzaam. Vele daarvan zal je dus nooit te zien krijgen. Paddenstoelen zijn als vruchtlichamen meestal maar een kort leven beschoren, waarin ze enorm kunnen veranderen, zowel qua (hoed)vorm als kleur. Dat levert in het veld al een eerste moeilijkheid om jouw paddenstoel op naam te brengen. Determinatie via de app ObsIdentify of door vergelijking met afbeeldingen is dan ook niet altijd even adequaat. Zelfs met behulp van determinatiesleutels, terug te vinden in sommige paddenstoelengidsen, ontbreekt enige garantie. Bovendien zijn heel veel soorten slechts na microscopisch onderzoek tot op de soort te determineren.

Toch kan je een aantal algemene en onmiskenbare soorten best wel leren kennen. Ga eens mee op een paddenstoelenwandeling. Je maakt er kennis met veel soorten en zal er allicht enkele van onthouden en herkennen. Neem een kijkje in onze groene agenda. Of je kan met enkele kenners mee op stap. De Meetjeslandse Paddenstoelenwerkgroep van Natuurpunt gaat tijdens geschikte periodes elke woensdagnamiddag op excursie in de regio. Altijd welkom! Neem contact op met vanlandschootlia@live.be.